Een driedaagse onderdompeling in het onderwijs, zo wordt de cursus Zin in Lesgeven genoemd. Volgens cursist Eyda Rosner is het zelfs meer dan dat, want er zitten ook twee praktijkdagen bij waarop je in een klas meedraait. Voor Eyda, een ervaren familierechtadvocaat en mediator, was het een positieve bekrachtiging. “Het helpt je echt om te ontdekken of het onderwijs wat voor je is.”
Bij Eyda die 18 jaar een praktijk in familierecht had, speelde de gedachte om de overstap naar het onderwijs te maken al langer. Na eind vorig jaar haar praktijk te hebben beëindigd ondernam ze daadwerkelijk actie en kwam ze via Flevowijs en het SKOFV (Stichting Katholiek Onderwijs Flevoland en Veluwe-vallei) bij deze cursus terecht. Het heeft haar motivatie om juf te worden alleen maar vergroot, ze is inmiddels begonnen met het traject voor zij-instromers. ”Ik heb er zoveel zin in.”
“Ik vond het altijd al fijn om met kinderen te werken. Je kunt echt iets bijdragen aan hun ontwikkeling. Dat spreekt mij aan. Deze cursus heeft mij niet alleen een goed inzicht in de praktijk gegeven maar ook in mijzelf als potentieel docent.” Zowel de drie dagen theorie als de praktijkdagen waren erg waardevol. “De cursus wordt gegeven door een docent die al jaren in het onderwijs werkt, die met een activerende aanpak theorie en praktijk goed weet te koppelen, zodat je een prima beeld krijgt van wat het vak allemaal inhoudt.”
De hoe-vraag
Ook de praktijkdagen waren een positieve bekrachtiging. “Ik kreeg veel tools aangereikt van de leerkrachten met wie ik meeliep en heb uiteindelijk ook zelf een lesje gegeven. Waar Eyda van opkeek was het vele administratieve- en nakijkwerk dat docenten hebben. “Ik kom uit de advocatuur dus het schrikt mij niet af, maar het heeft wel een behoorlijke omvang.”
Nico Wassens, de docent van de training Zin in Lesgeven, hoort dat vaker van cursisten. Een andere openbaring, vertelt hij, is dat cursisten ontdekken dat leerkrachten hun leerlingen veel meer en gevarieerd aan het werk zetten. De cursisten denken bij lesgeven vooral aan kennisoverdracht, terwijl het eigenlijk steeds meer lijkt te draaien om de ‘hoe-vraag’. Hoe daag je je leerlingen uit om zich de stof eigen te maken. Voor ervaren leraren klinkt dat waarschijnlijk niet als een eyeopener, maar dat is het voor veel potentiële zij-instromers wel.”
“Kinderen leren op voor hen passende manieren. De hoe-vraag: ‘Hoe zorg ik ervoor dat mijn leerlingen zich de nodige vakinhoud eigen maken’ is dus veel belangrijker dan mensen zich van tevoren realiseren.”
Favoriete leraar
Tijdens de cursus krijgen de deelnemers daar een voorproefje van. Ze leren wat een goede les is. Bereiden er eentje voor. En geven die uiteindelijk aan hun medecursisten. Maar net zo belangrijk tijdens de cursus is de aandacht voor wat voor soort docent je wilt zijn, vertelt Nico. Daar begint hij al direct mee door ze tijdens de kennismaking te vragen naar hun favoriete docent. “Wat deed hij of zij dat je hem of haar na al die jaren nog herinnert. Vaak is dit ook hun rolmodel. Er met elkaar over praten leidt tot bewustwording. Zo ontstaat er een rijtje kenmerken waaraan een goede docent voldoet.” En deze kenmerken hoef je natuurlijk niet allemaal te hebben, want het draait uiteraard ook om authenticiteit.
Eyda vond dat een hele waardevolle benadering. “We hebben goed nagedacht over wat je wilt uitdragen. En over hoe je dan voor zo’n klas staat.” Nico focust daarbij vooral op de mogelijkheden en niet op wat ‘er allemaal niet lukt’. “Als je praat met mensen die van tuinieren houden, gaat het altijd over de mooie planten. Natuurlijk moet je wat met het onkruid, maar het gesprek gaat vaak vooral over de planten die het goed doen. En hoe het komt dat ze het zo goed doen. Zo benader ik het onderwijs ook. Er gaat zoveel goed, heb het daar dan ook over met elkaar. Het is zo’n prachtig mooi vak. En natuurlijk verloopt niet elke les of lesdag probleemloos, maak dan gebruik van je professionele omgeving. Betrek collega’s ook bij jouw werk. ”
Zoektocht ondernemen Om lessen te leren geven met ‘een kop en een staart’ is het gewenst dit eens te hebben gedaan in een omgeving met gelijkgestemden. Dus is hiervoor in het traject ruimte. Bij het verzorgen van lessen draait het, los van de gekozen opzet en inhoud, om de kernbegrippen relatie, competentie en autonomie. “Je bouwt met de klas een relatie op, leerlingen moeten zich competent gaan voelen door succeservaringen en natuurlijk ook ervaren wat ze nog te leren hebben. En we moeten ze een zekere mate van autonomie gunnen. Dus binnen de kaders zelf de regie laten hebben. Bij die basis staan we uitgebreid stil in de cursus.”
De cursisten maken gedurende de cursus een fotofolio dat ze aan het einde van het traject aan hun medecursisten moeten presenteren. “Daarmee leren ze hun ontwikkeling goed te verwoorden. Het onderwijs moet op je huid komen. En voor leerlingen moet je het op de huid brengen.” Nico verwijst naar de documentaire Japanse Levenslessen. “Docent Kanamori is, even los van de in Japan heersende schoolcultuur, voortdurend bezig met de verbinding in de klas. Als een leerling een tijdje afwezig is en weer terugkomt, schrijft deze een brief over de reden voor de afwezigheid en leest die voor aan de klas. Dit vergroot het groepsgevoel, het houdt de leerlingen bij elkaar en ze durven zich daardoor open te stellen. Dat is heel inspirerend vind ik. Ze moeten een jaar met elkaar optrekken hè. Als je dan ziet wat voor moois je daarvan kan maken. Dat is een groot cadeau. Zo ervaar ik in het klein de cursus Zin in Lesgeven ook. Het is prachtig om samen die zoektocht te ondernemen en te ontdekken wat voor docent er in je zit.”
Individueel advies
Af en toe zit leerkracht worden er niet in, vertelt Nico die alle cursisten na afloop een individueel advies geeft. “Een deel van de cursisten houdt het na deze intensieve kennismaking voor gezien. En dat is goed. Een deel van de cursisten haakt ook af als ze gaan merken dat de combinatie werk, studie en thuissituatie te belastend is. En een groot deel gaat naarstig op zoek naar een werkplek of stageplek. De cursus is bedoeld om duidelijkheid te verkrijgen. Moet ik het doen of juist niet doen, of toch nog eens over nadenken? Want het lerarentekort mag dan groot zijn, er moet wel kwaliteit blijven staan voor de klassen.”
Vakinhoudelijk moet het ten alle tijden kloppen. Maar een goede leerkracht moet zichzelf ook kennen, empathisch vermogen hebben en leren werken met een uitgesteld oordeel. “Dus niet overreden maar verkennen wat er is. Nieuwsgierig zijn, een onderzoekende houding hebben” En, vervolgt Nico. “Iemand die voor een groep staat, moet enthousiasme hebben en oprechte interesse tonen. Leerlingen moeten het gevoel hebben dat ze er mogen zijn, dat ze er toe doen.”
Het doet hem denken aan een jongen die ooit in het vmbo bij hem op school zat. “Hij kwam heel vaak te laat. Alleen op zaterdag als hij om 7 uur ’s ochtends de vrachtwagen van zijn broer mocht wassen, was hij altijd op tijd. Hij mocht dan na het wassen een eindje meerijden. Dan kan je je aan hem ergeren en boos worden, en met hem gesprekken aangaan en weet ik niet allemaal. Maar ik vroeg me dan ook wel af ‘hoe kunnen wij die vrachtwagen worden, hem op vergelijkbare wijze motiveren?’ De hoe-vraag weer he!”