Wat is autisme?
Autisme is de verzamelnaam voor gedragskenmerken die duiden op een kwetsbaarheid op de volgende gebieden: sociale interactie, communicatie, flexibiliteit in denken en handelen en het filteren en integreren van informatie.
Personen met autisme verwerken informatie op een andere manier in de hersenen dan mensen zonder autisme. Dit geldt nadrukkelijk óók voor informatie die binnenkomt via de zintuigen.
Veel personen met autisme hebben te maken met sensorische over- of ondergevoeligheid.
Voor leerlingen met autisme is vaak ondersteuning op maat nodig. Autisme uit zich bij iedereen weer anders, en er zijn geen standaard oplossingen. Ruimte voor leerlingen om zich op hun eigen tempo en in hun eigen volgorde te ontwikkelen, is extra belangrijk voor leerlingen met autisme.
Als docent omgaan met autistische leerlingen
Het is belangrijk om te weten dat de kenmerken van autisme niet per definitie duiden op een diagnose. Er zijn kenmerken van autisme die ook voorkomen bij personen zonder autisme.
- Problemen op sociaal gebied/minder goed ontwikkelde sociale intuïtie
- Moeite met (onverwachte) verandering
- Dingen heel letterlijk nemen
- Moeite met het bewaren van overzicht
- (Ogenschijnlijk) geen interesse voor anderen tonen
- Over- of juist ongevoelig voor zintuiglijke prikkels
- Heel intensief bezig zijn met een beperkt aantal onderwerpen
- Hyperfocus
- Voorkeur voor een op een-contact
- Tragere informatieverwerking
Er is pas sprake van een ‘stoornis’ als het gedrag ernstige belemmeringen oplevert in het dagelijks leven, waardoor een persoon vastloopt.
- Wees duidelijk in gesprekken en vermijd sarcasme.
- Communiceer 1 ding/onderwerp tegelijkertijd.
- Gebruik korte zinnen.
- Als je vragen stelt, doe dan dan kort en bondig.
- Wees voorspelbaar. Mensen met autisme houden van die regelmaat.
- Als je wat gaat ondernemen, leg dan stap voor stap uit wat er gaat gebeuren. Dat geeft overzicht en structuur. Check eventueel bij de ander of die begrepen heeft wat er gaat gebeuren.
- Verandert er iets in een planning, geef dit dan op tijd aan.
- Stel duidelijke regels.
Kenmerken van autisme komen bijna bij alle mensen in meer of mindere mate voor. Zo vinden veel mensen het prettig om vaste routines aan te houden of om zich langere tijd intensief met één onderwerp bezig te houden. Ook problemen op sociaal gebied zijn veel mensen niet vreemd.
Samenwerking tussen de betrokkenen
Samenwerking tussen school en ouders is een absolute noodzaak in de ondersteuning van een kind met autisme. Uit onmacht over de problemen met het kind kunnen ouders en school soms onrealistische verwachtingen van elkaar hebben.
Zowel leerkrachten als de ouders kunnen van een kind met autisme een empatisch en benaderbaar kind maken. Het is belangrijk zich dat van beide kanten te realiseren.
Het is verstandig aan het begin van het schooljaar een aantal concrete afspraken te maken. Ouders en leerkrachten kunnen hiertoe allebei het initiatief nemen. Eventueel kan een hulpverlener, via de intern begeleider, bemiddelen in het contact met school.
Heeft deze informatie geholpen?
Bedankt voor je feedback.