Zijn pensioen betekent voor Menno Gaijkema niet het einde van zijn werkzame leven. Hij neemt nog lang geen afscheid van het onderwijs. Als onderwijsambassadeur fietst hij wekelijks met kinderen van de Droomspiegel naar de gymzaal. Maar daar blijft het niet bij. Onderwijsassistent is de volgende stap. Waarom vindt Menno het zo belangrijk om een steentje bij te dragen aan goed onderwijs?
Vertel eens wat over jezelf; wat doe je allemaal?
“Ik ben net met pensioen gegaan. Een life event, noem ik het ook wel. Voor die tijd heb ik 33 jaar op Hogeschool Windesheim gewerkt. Eerst in Zwolle, bij ‘culturele, maatschappelijke vorming’, als docent filosofie. Ik heb zowel maatschappelijk werk als filosofie gestudeerd. De laatste 12 jaar in Almere was ik docent bij de opleiding ‘social work.’ Omdat dit maar een kleine opleiding was, heb ik me ook beziggehouden met de begeleiding van de social work studenten in de praktijk, bij hun werkstage. Dat was eigenlijk mijn hoofdtaak de laatste jaren. Ik hield me vooral bezig met het onderdeel supervisie. Hierbij reflecteren de studenten eens in de drie weken heel intensief over hun eigen aandeel in het werk. Dit is een tamelijk persoonsgericht leerproces. Daarnaast had ik ook nog wat taken buiten het onderwijs, die ik met veel genoegen heb gedaan. Ik was voorzitter van de medezeggenschapsraad, de deelraad. En ik was betrokken bij het college van beroep voor de examens. Dat is een beroepsinstantie binnen de Hogeschool. Ik werkte geen vijf dagen per week, maar met de taken die ik had, kon ik mezelf wel vermaken.
Privé, ben ik, naast het bewegen, hardlopen en fitness, erg druk bezig met zangles. En dat is een beetje uit de hand gelopen, ha ha. Sinds een paar jaar ben ik lid van de Gooise Operette Vereniging. Een amateurgezelschap dat op professioneel niveau produceert. We doen echt grote produkties. We treden bijvoorbeeld op in Spant in Bussum en in de Kunstlinie in Almere. Met 40/50 man op het podium en een 30-tallig orkest. Hard werken, maar ontzettend leuk om te doen!
‘Ha, ha, als een cowboy fiets ik achter de sliert aan om ze rechts te laten fietsen.’
Waarom besloot je onderwijsambassadeur te worden? Hoe is dat gegaan?
Dat is een heel mooi toeval. Mijn pensioen was in aantocht en ik was op zoek naar een nieuwe uitdaging. Ik zou heel graag leren omgaan met kinderen op de lagere school. Zo kwam ik op het idee van onderwijsassistent, op vrijwillige basis. Dat stond echt helemaal los van het project ‘Onderwijsambassadeurs.’ Een collega op Windesheim gaf leiding aan de Pabo en ik vroeg haar of ze iets voor me kon betekenen. Zij verwees me door naar Sabina Kok, die druk bezig was met het onderwijsambassadeurschap. En zo zijn we bij elkaar gekomen.
De bedoeling was dus eigenlijk ‘na mijn pensioen’, maar de nood was zo hoog dat Sabina meteen al een plekje voor me had op de Droomspiegel in Almere Poort. Omdat ik niet vijf dagen per week werkte, kon ik makkelijk vrij plannen. Tot aan de zomervakantie heb ik meteen alle vrijdagen vrij gepland.
‘Als kinderen geen aandacht krijgen, moeten ze erom vechten.’
Hoe vul jij de rol van onderwijsambassadeur in?
De Droomspiegel kampt, net als heel veel andere scholen, met een lerarentekort. Ze hebben daar nu een vierdaagse lesweek. De vijfde dag, vrijdag, wordt ingevuld door zogenaamde anders bekwame professionals. De kinderen zijn dan bezig met allerlei vakken die niet direct de cognitieve kant zijn. Ze doen mee aan activiteiten zoals theaterles, techniek, creativiteit, muziek en gymlessen. En daar kom ik in beeld.
De kinderen van groep zes moeten naar de gymzaal fietsen. Voor de veiligheid is het principe dat een volwassene voorop gaat en een achteraan de stoet. Omdat er geen ouders meer beschikbaar waren om de kinderen te begeleiden, kon de school het vervoer naar de gymzaal niet meer organiseren. Daarom ben ik er nu! Samen met een collega fiets ik mee. En geloof me, als ik de kinderen zie fietsen, dan valt daar nog wel wat te doen! Onzeker fietsen, op de stoep fietsen of heel erg links fietsen. Ha, ha, als een cowboy fiets ik achter de sliert aan om ze rechts te laten fietsen. En oh ja, we bieden ook eerste hulp bij lekke banden, losse kettingen en andere mankementen.
Verder ben ik op vrijdag aanwezig voor hand- en spandiensten. Bijvoorbeeld bij het eten of op de gang. Als kinderen verdrietig zijn of ruzie gehad hebben, dan probeer ik een gesprek met ze te voeren, zodanig dat ze weer de les in kunnen.
‘Ik doe dit echt vanuit maatschappelijke betrokkenheid en zorg.’
Hoe ziet het onderwijsambassadeurschap er voor jou uit in het nieuwe schooljaar?
Tot aan de zomervakantie blijf ik fietsen. Na de vakantie wil ik eerst een periode écht met pensioen. Ik heb aangegeven dat ik na de herfstvakantie als onderwijsassistent wil gaan werken. Dan zal fietsen niet meer mijn eerste prioriteit zijn. Ik wil in de klas aanwezig zijn en daar waar nodig, kinderen in kleine groepjes begeleiden of aan opdrachten werken. Dat is het plan! Ik wil geen les gaan geven. Nu nog niet in elk geval. Ik ben gewend om met studenten te werken, van tussen de 20 en 25; die zijn wat verbaler. Mijn ervaring nu is dat kinderen vooral heel erg direct zijn in hun emoties. Het heet niet voor niets primair onderwijs. Het gaat om primaire emoties. Dat is iets wat ik kan en waar mijn ervaring inzetbaar is. De kinderen hebben aandacht, gehoor, veiligheid en uitdaging nodig. Dat is het belangrijkste in mijn ogen en dat wil ik de kinderen vanaf oktober gaan bieden. Als die factoren aanwezig zijn, kunnen ze leren. Ik hoop van harte dat ik dit straks een dag per week mag gaan doen en dat ik daarmee de docenten wat kan ondersteunen en ontlasten.
Waarom ben jij een goede onderwijsambassadeur? Wat heb jij de kinderen te bieden?
Ik kan uitdaging bieden. Met filosofie had ik bijvoorbeeld een lastige vraag op het bord geschreven. ‘Hoe weet je eigenlijk wat je denkt?‘ Met zo’n vraag kan je aan de gang in de klas. Maar dan moet daar wel ruimte voor zijn. In dit geval kwam naar aanleiding van de vraag die ik op het bord had geschreven, naar voren dat er gepest werd in de klas. Op zo’n moment vind ik het belangrijk om het daarover te hebben. In plaats van de uitdaging die de vraag biedt, komt er dan dus een proces op gang. Ik denk dat ik zeer goed in staat ben om in zo’n proces te stappen en stil te staan bij dat wat er gebeurt. Maar weet je, kinderen willen natuurlijk ook snel weer door. In die stroom moet ik dan heen en weer manoeuvreren en ervoor zorgen dat de kinderen mij niet kwijtraken en we een gesprek kunnen blijven voeren. Ze willen gewoon een persoon zien, iemand die ze hoort en het gesprek begeleidt! Ik denk dat ik daartoe in staat ben, als persoon en vanuit mijn werk.
‘Kom even uit de alledaagse klei en stap in andere klei!’
Waarom moeten anderen zich aanmelden als onderwijsambassadeur?
Als ik naar mezelf kijk, dan is het is niet zo dat ik niets te doen heb. Ik heb de rol van onderwijsambassadeur aangegrepen, omdat ik me zorgen maak om wat er in de onderwijswereld gebeurt. Het tekort aan docenten. Ik ben daar best wel pessimistisch over. Over twintig jaar hebben de kinderen misschien een bepaalde achtergrond gemist. En dat gaan we dan weer merken in de samenleving. Als kinderen geen aandacht krijgen, moeten ze erom vechten. Dat zie je nu ook in de klas. Het is een apenrots. In een klas met 28 kinderen is het overleven. Dat vind ik een heel droevige, bedreigende ontwikkeling en ik denk dat wij daar als volwassenen iets aan moeten doen. Als ouders de school niet meer kunnen ondersteunen bij activiteiten als meefietsen naar de gymzaal, dan moet er meer gebeuren. Ik doe dit echt vanuit maatschappelijke betrokkenheid en zorg. Andere ambassadeurs hebben wellicht andere uitdagingen, maar voor mezelf zie ik het ambassadeurschap vooral als een maatschappelijke uitdaging. Ja, en verder? Waarom is het waardevol om je aan te melden als onderwijsambassadeur? Kijk, zelf ben ik met pensioen. Maar ik kan me voorstellen dat het voor mensen die bij een grote organisatie werken, heel verfrissend kan zijn om een tijdje één dag per week met wat anders bezig te zijn. Een tijd geleden heb ik een sabbatical gehad en het voelde toen heel goed om even uit die klei van de alledaagse routine te stappen en na een half jaar fris weer in de organisatie te komen. Tegen de mensen die nog werken- en dat is natuurlijk een groot deel van Sabina’s doelgroep-, zou ik willen zeggen: ‘Meld je aan als onderwijsambassadeur! Kom even uit de alledaagse klei en stap in andere klei! Voor jezelf werkt dat echt heel verfrissend!”