Het verhaal van Astrid Visser

Kroon op het werk

06 november 2023 | 9 minuten

Als tandarts zette Astrid Visser letterlijk en figuurlijk jarenlang de kroon op het werk. Dat deed ze met veel plezier. Toch wist ze een brug te leggen naar het onderwijs. Ze staat nu als leerkracht voor groep 7/8 op het Palet. Geen gaatjes meer vullen dus. En worteltrekken heeft voor Astrid nu een heel andere betekenis.

Stel jezelf even voor

‘Ik ben Astrid, 44 jaar. Ik ben moeder van een zoon van 11, getrouwd en heb een hondje. Ik woon al heel lang in Almere. Je zou me wel een echte Almeerse kunnen noemen. In Almere Buiten had ik mijn eigen tandartspraktijk. Daar had ik het erg naar mijn zin. Maar toch wilde ik op een gegeven moment wat anders. Na mijn VWO moest ik een studiekeuze maken. Ik heb toen op de achterkant van een universiteitsblad gekeken wat voor studies er allemaal waren. Daar kwamen wat dingen in de zorg uit, zoals geneeskunde en tandheelkunde. Het is toen eigenlijk nooit in me opgekomen om een HBO-opleiding te gaan doen. Ik heb met een tandarts meegelopen en dat leek me wel leuk. Zo ben ik het tandartsvak ingerold.’

‘Voordat ik een nieuw schip had, had ik het oude al achter me verbrand.’

Van tandarts naar leerkracht … dat is heel wat anders, toch?

Zeker! En dat was niet ook niet zomaar ineens natuurlijk! Tijdens mijn studie riep ik al regelmatig tegen vrienden: “Ik ga gewoon de PABO doen!” En dat was niet alleen als grapje. Ik ging me toch afvragen waarom ik dat steeds riep. Maar ik was begonnen aan de studie en die ging ik ook afmaken! Klaar! Maar toch…Mijn familie heeft altijd in het onderwijs gezeten. Ze gaven allemaal les. En ergens vond ik dat stiekem ook heel erg leuk.

Inmiddels was ik een tijd tandarts. Ik had mijn eigen praktijk. Ik was de zorg ingegaan om mensen te helpen, maar ik voelde me steeds meer een zakenvrouw. En dat ben ik helemaal niet. Toen besefte ik dat ik dat niet meer wilde. En besloot ik iets te gaan doen met dat andere ‘stiekeme droompje’ dat ik had: voor de klas staan! Eerst was ik van plan om dit in deeltijd te doen, dus naast mijn werk als tandarts. Maar dat is echt niet te combineren! Tandheelkunde is een vak dat je 40 uur per week doet, of misschien wel 24 uur per dag, zeven dagen in de week. En het onderwijs is dat eigenlijk ook. Ik heb de knoop doorgehakt en me aangemeld voor het zij-instroomtraject. Ik ben toen ook meteen gestopt als tandarts.  Ik ben nog wel steeds tandarts, ik heb mijn licenties nog. Maar mijn principe is: “als je zegt dat je wat anders gaat doen, dan moet je dat ook echt doen en niet meer teruggaan naar het verleden.” Voordat ik een nieuw schip had, had ik het oude dus al achter me verbrand. En nu sta ik al ruim een jaar voor de klas, op het Palet.

Kom je nog wel eens in je ‘oude’ praktijk?

In elk geval twee keer per jaar. Ik heb mijn praktijk verkocht aan, heel toevallig, een oud-studiegenoot van me. En daar ben ik nu patiënt. Ik kom er ook altijd oud-patiënten tegen. Toen ik mijn praktijk te koop zette, vond ik dat best spannend. Ik voelde me verantwoordelijk voor mijn patiënten en ik liet ze in de steek. Zo voelde dat. Ik vind het daarom erg fijn dat ze nu, als ze me tegenkomen, vragen hoe het met me gaat. Toen ik besloten had de praktijk te verkopen, heb ik mijn patiënten verteld dat ik mijn droom wilde najagen en juf wilde worden.  Zo ben ik ook op het Palet terechtgekomen. Ik heb een patiënt opgevolgd die met pensioen ging. Het ging gewoon heel soepel allemaal. Net alsof het zo heeft moeten zijn.

‘Ik zag dat er heel wat kinderen tandarts willen worden als ze later groot zijn.’

Hoe gaat het nu? Hoe vul je je week?

Het is heel pittig. Voor de klas staan is heel leuk, maar ook best vermoeiend.  Vorig jaar deed ik groep 3/4. Nu doe ik groep 7/8. Dat is een heel andere groep, dus daar moet ik weer opnieuw inkomen. Mijn man heeft ’s avonds weer niks aan me, ha, ha. Zonder gekheid, thuis steunen ze me gelukkig enorm. Dat is ontzettend belangrijk, dat ze thuis achter je staan. Alles is veranderd, maar het is goed zo. Dat ziet mijn man ook. Ik ben blij en kom met veel meer energie thuis. Daar gaat het om.

Ik werk fulltime. Vier dagen voor de klas en één studiedag. Vorig jaar stond ik drie dagen voor de groep, maar toen kwam het verantwoordelijkheidsgevoel bij mij naar voren. Eigenlijk hebben ze vier dagen per week iemand nodig; ik kan best vier dagen per week werken. En ik vind het zo leuk dat ik ook vier dagen per week voor de groep wíl staan. Vandaar dit jaar vier dagen. Wat ik heel leuk vind nu, is dat ik een heel team om me heen heb. Op de praktijk was ik alleen, met mijn assistentes. Het sociale aspect vind ik ontzettend leuk; het is veel minder solistisch.

Heb je wel eens spijt gehad van je beslissing om het tandartsvak vaarwel te zeggen?

Spijt niet. Maar er is ook een tekort aan tandartsen. Daar heb ik me best schuldig over gevoeld toen ik stopte als tandarts. Gelukkig help ik nu mensen op een ander gebied, een gebied waar ook een groot tekort is. Ik zorg nu een beetje voor de toekomst van de wereld. Voor de toekomst van kinderen, die misschien later ook tandarts worden. Ha, ha, vorig jaar had ik een vriendenboekje in de klas. Toen zag ik dat er heel wat kinderen tandarts willen worden als ze later groot zijn. Blijkbaar gaf ik toch nog wat inspiratie… Ik vertel ook gewoon aan de kinderen dat het heel leuk is om tandarts te zijn. Tandheelkunde is echt een fantastisch vak. Met patiënten omgaan is hartstikke leuk. Maar het zakelijke en solistische, nee, dat paste gewoon niet meer bij mij.

Had jij als tandarts goede eigenschappen, die nu als leerkracht ook handig zijn?

Flexibiliteit, denk ik. Je kan als tandarts bijvoorbeeld een plan hebben voor de behandeling van een gaatje, maar dat kan zomaar anders worden. Daar moet je snel in kunnen schakelen. Geen enkele dag loopt als gepland, hoe strak je agenda ook is.  In de klas is dat nog veel erger, ha, ha! En verder, een stukje stressbestendigheid. Als er iets gebeurt, wat niet fijn is. In de tandartspraktijk kan dat bijvoorbeeld zijn als je iemand pijn doet. Dat is heel naar. Op school kan zoiets natuurlijk ook gebeuren. Vorig jaar was er een meisje, dat haar arm brak. Dat is heel heftig. Ik merk dat ik in dat soort situaties heel rustig blijf, heel stressbestendig ben. Daarna ben ik natuurlijk ook van slag, maar op het moment zelf blijf ik kalm en kan ik doen wat nodig is. Tenslotte denk ik dat het heel belangrijk is om communicatief sterk te zijn. Dat geldt in het onderwijs, in het tandartsvak, eigenlijk in het hele leven. Je moet dingen goed kunnen uitleggen. Of het nu aan een kind of een volwassene is.

‘Mensen zijn nu over het algemeen blij met me.’

Flexibiliteit, denk ik. Je kan als tandarts bijvoorbeeld een plan hebben voor de behandeling van een gaatje, maar dat kan zomaar anders worden. Daar moet je snel in kunnen schakelen. Geen enkele dag loopt als gepland, hoe strak je agenda ook is.  In de klas is dat nog veel erger, ha, ha! En verder, een stukje stressbestendigheid. Als er iets gebeurt, wat niet fijn is. In de tandartspraktijk kan dat bijvoorbeeld zijn als je iemand pijn doet. Dat is heel naar. Op school kan zoiets natuurlijk ook gebeuren. Vorig jaar was er een meisje, dat haar arm brak. Dat is heel heftig. Ik merk dat ik in dat soort situaties heel rustig blijf, heel stressbestendig ben. Daarna ben ik natuurlijk ook van slag, maar op het moment zelf blijf ik kalm en kan ik doen wat nodig is. Tenslotte denk ik dat het heel belangrijk is om communicatief sterk te zijn. Dat geldt in het onderwijs, in het tandartsvak, eigenlijk in het hele leven. Je moet dingen goed kunnen uitleggen. Of het nu aan een kind of een volwassene is.

Je richt je nu alleen op kinderen; dat is een specifieke doelgroep. Hoe anders is dat?

Ja, ik was een familie tandarts. Mensen van alle leeftijden kwamen in mijn praktijk. En dat vond ik erg leuk. Het geeft me niet per se meer plezier om alleen met kinderen te werken. Het geeft me wel anders plezier. En anders voldoening. Dat is het vooral. Als leerkracht bouw ik meer aan de toekomst. Ik bouw nu op, terwijl je als tandarts vaak afbouwt, zeker bij de wat oudere patiënten. Daar ben je wat meer aan het afbreken. Wat is er nog meer anders? Mensen zijn nu over het algemeen blij met me. Dat merk je als tandarts toch minder. Niet iedereen wordt blij van een bezoekje aan de tandarts. En kinderen zijn gewoon hartstikke leuk! Ze zijn eerlijk, je kan ze soms nog dingen wijsmaken. En bij de grotere kinderen, die ik nu in de klas heb, begint de humor zich te ontwikkelen. Dat is ook heel grappig. Dat kinderen hun eigen ‘ik’ worden en dat ik ze daarin mag begeleiden, dat vind ik ontzettend leuk. Als tandarts zie je de mensen twee keer per jaar. Soms wat vaker, als ze een slechter gebit hebben. Maar dat is het dan ook. Nu zie ik de kinderen van mijn klas vier dagen per week. Ik kan wel degelijk iets bijdragen aan hun mens worden. Dat vind ik heel fijn.

Wanneer heb jij het goed gedaan als leerkracht?

Je hebt verschillende fases in de groepen en bij mij zitten ze nu in de stormingsfase. Nou, ik kan je zeggen: “Ze stormen lekker!” We moeten even door deze periode heen. Wanneer heb ik het goed gedaan?  Ik denk dat ik tevreden ben als ik straks aan het eind van het schooljaar met een goed gevoel terug kan kijken op dit jaar. Als we aan het eind van het jaar met z’n allen kunnen zeggen: “De kinderen hebben het niveau gehaald wat ze hadden moeten halen (ook met het oog op de doorstroom naar de middelbare school), ze hebben groei laten zien, ze zijn gelukkig en het is een gezellige klas geworden, waarin ze op elkaar konden bouwen en van elkaar konden leren.” Ja, als we dat kunnen zeggen, dan heb ik een topjaar gehad!”

Hulp nodig? Flevowijs ondersteunt iedereen die in het Flevolandse onderwijs wilt werken

© Flevowijs - 2024 | Alle rechten voorbehouden Boosted by Watch4Media