Als we zeggen zij-instroom, dan zeggen we Rob Bruijnes. Dé vraagbaak voor alle zij-instromers. Na 44 jaar in het onderwijs, gaat Rob genieten van zijn welverdiende pensioen. Nog een laatste keer vertelt Rob over zijn paradepaardje, de ‘vraag maar raak’-avonden. Wat zorgt er toch voor, dat deze formule zo succesvol is?
Heb jij het concept van de ‘vraag maar raak’-avond bedacht?
“Ja, mooi, he? Op een zonnige middag, ha, ha. Weet je, ik merkte dat mensen behoefte hadden aan informatie uit eerste hand. Ze wilden graag een keer met iemand praten die het traject al gedaan had. Je kan natuurlijk niet steeds iemand zoeken die mensen te woord kan staan. Dat wordt een heel gedoe. Zo kwam ik op het idee van een ‘vraag maar raak’-avond. Daar lopen alle mensen in het wild en kan je ze alle vragen stellen die je wil. Zo is het dus gegaan. Inmiddels hebben we vier avonden georganiseerd.
Hoe ziet zo’n avond er eigenlijk uit?
We beginnen al vroeg. Mensen komen vaak rechtstreeks van hun werk, dus ze krijgen een kop koffie, een broodje en een kopje soep. Dat vinden ze hartstikke leuk. En dat is ook meteen een mooi neveneffect; we organiseren de avonden namelijk altijd op een prO-school. De hapjes en drankjes worden verzorgd door leerlingen uit het praktijkonderwijs. Zo kunnen ze wat ze geleerd hebben, meteen in praktijk brengen. Daarna doe ik de aftrap; ik heet iedereen welkom en maak de mensen wegwijs. Van alle soorten onderwijs lopen er mensen rond. Voor specifieke vragen, kunnen mensen meteen bij de juiste persoon terecht. Er zijn mensen van PO, VO, MBO, Windesheim, opleidingen, bestuur. En, wat mensen heel fijn vinden, andere zij-instromers. Mensen die het traject al gevolgd hebben of er mee bezig zijn. Zij kunnen vertellen hoe het bevalt om voor de klas te staan, hoeveel tijd de opleiding kost, hoeveel huiswerk ze hebben enz. Allemaal aspecten die nieuwe zij-instromers heel graag willen weten. En waardoor ze kunnen bedenken of een baan voor de klas bij hun leven en situatie past. De laatste keer viel het me op dat er best wat mensen uit het buitenland waren. Uit de Oekraïne bijvoorbeeld. Zij waren vooral benieuwd naar het vereiste taalniveau.
De avonden worden in ieder geval zeer gewaardeerd. En als zo’n avond dan flink wat nieuwe kandidaten oplevert, dan is dat helemaal fantastisch.
‘Daar lopen de deskundigen in het wild en kan je ze alle vragen stellen die je wil.’
De laatste ‘vraag maar raak’- avond was een groot succes; klopt dat?
Nou, absoluut! Er waren meer dan dertig mensen die avond. Ongeveer een derde hiervan heeft zich daadwerkelijk aangemeld voor het zij-instroomtraject. Een geweldig resultaat, vinden wij! Het wordt steeds lastiger om goed potentieel te vinden; je moet echt moeite doen om mensen te vinden en ze enthousiast te maken voor het zij-instroomtraject. Met een grote opkomst en een behoorlijk aantal nieuwe kandidaten zijn wij dus heel erg blij.
Zijn er nog andere initiatieven geweest op het gebied van zij-instroom?
Ja, we proberen altijd nieuwe activiteiten te bedenken. Zo hebben we twee keer geprobeerd een ‘busjestour’ te organiseren. Mensen konden intekenen om met een busje door Almere te rijden. Het idee was dan dat ze drie verschillende scholen zouden bezoeken en daar een kijkje konden nemen in de klas. Voor koffie met wat lekkers en een lunch werd gezorgd. Dé uitgelezen kans om alvast wat sfeer te proeven, dachten wij. Helaas was er te weinig animo en hebben we de busjestour twee keer moeten afblazen. Heel erg jammer. Voor de mensen die zich wel hadden aangemeld voor een tour, hebben we geregeld dat zij alsnog op een school konden gaan kijken. Maar het idee van een tour is dus (nog) niet van de grond gekomen. Wellicht kunnen we de busjestour op de ‘vraag maar raak’-avonden onder de aandacht brengen en mensen hier enthousiast voor maken. We hebben hem zeker nog niet afgeschreven. Iedereen weet wat het onderwijs is, maar dan weet je nog niet hoe het in het echt is. Dat proberen we mensen te laten ervaren, door initiatieven als de busjestour.
‘Je kunt kinderen pas gelukkig maken als je zelf ook gelukkig bent!’
Wat is voor jou een hoogtepunt van de ‘vraag maar raak’- avonden?
Voor mij is het hoogtepunt als mensen aan het eind van de avond naar me toe komen en zeggen: ‘Ik ben zo enthousiast geworden; er werken zo’n leuke zij-instromers bij jullie. Daar zou ik wel bij willen horen!’ Dat vind ik mooi om te horen! En dat is natuurlijk een groot compliment voor de zij-instromers die al bij ons aan de slag zijn en die met hun verhalen mensen enthousiast maken of mensen die twijfelen, over de streep trekken. Daar word ik zelf ook blij van.
Waarom moeten mensen zich aanmelden voor het zij-instroomtraject?
Ik ben altijd eerlijk! Als mensen heel erg twijfelen, dan moeten ze het niet doen. Leraar zijn is ook echt een vak. Als mensen een beetje twijfelen, dan adviseer ik ze om een keer te komen kijken. We spreken mensen die zelf kleine kinderen hebben en nog wel eens een school binnenlopen. Maar er komen hier ook mensen die sinds hun eigen basisschooltijd nooit meer op een basisschool zijn geweest. Ja, in twintig jaar tijd is er wel een en ander veranderd. Tegen hen zeg ik dan: ‘Kom gewoon eens kijken op een school, kom de sfeer een dagje proeven. Je bent van harte welkom!’ Zo’n dag op een school kan je over de streep trekken om het traject te gaan doen. Als de kinderen daar meteen ‘juf’ tegen je zeggen en je je op je gemak voelt, weet je dat het goed is. Loop je aan het eind van de dag gillend weg, dan moet je het niet doen. Wij zitten anders met iemand die niet op zijn plek zit en er niet blij van wordt. Ik zeg altijd: ‘je kunt kinderen pas gelukkig maken als je zelf ook gelukkig bent!’ Ondanks het grote lerarentekort blijft dat voorop staan voor mij.
Als Janneke, Saskia, Petra of ik in tweetallen een intakegesprek doen met een kandidaat, zeggen we altijd: ‘het is helemaal niet erg als je over een tijdje zegt: ‘ik kom terug op mijn beslissing. Ik zie het toch niet zitten.’ Neem echt de tijd om goed geïnformeerd te worden en alle voor- en nadelen voor jezelf af te wegen. Omgekeerd kan het ook, he? Soms spreken we stuiterballen die zeker weten dat ze voor het onderwijs gemaakt zijn. Die moeten we echt afremmen en op het hart drukken zich goed in te lezen en zich te realiseren wat er allemaal bij komt kijken als zij-instromer. Kijk, we gaan voor een uitvalspercentage van 0 bij mensen die begonnen zijn aan het tweejarige traject; dat lukt niet helemaal, maar we zitten aardig in de buurt. Dat komt door een goed voortraject, met goede begeleiding en met goede informatie, waardoor mensen weten wat er van ze verwacht wordt.
‘Ik ga me zeker nog met de wedstrijd bemoeien. Daarvoor is het spelletje veel te leuk!´
Je gaat bijna met pensioen; hoe moet dat nou zonder Rob?
Goh, ja, hoe moet dat nou? Voor de zomervakantie ga ik met pensioen. Dan heb ik 44 jaar in het onderwijs gewerkt. Vijf jaar in Amsterdam en 39 jaar in Almere. Als leraar, ruim 20 jaar als directeur en de laatste jaren in een bovenschoolse functie op het bestuurskantoor. Alle facetten van het onderwijs ken ik wel. Ik vind het wel een moeilijke tijd om te stoppen, hoor, met alles wat er nog moet gebeuren. Maar je kan ook wel doorgaan tot je er dood bij neervalt, he? Nee, het is mooi geweest voor mij. Tijd om te gaan genieten van andere dingen.
Overigens zijn ze nog niet helemaal van me af, hoor. Ik heb begrepen dat ze mensen gaan werven, niet alleen voor mijn functie, maar voor meerdere vacatures. Straks in september ben ik beschikbaar om te zorgen voor een goede overdracht. Waar zijn we vandaan gekomen, welke stappen hebben we gezet, wat hebben we allemaal gedaan? Ik wil mijn opvolger een stukje historisch besef meegeven, zo noem ik het maar even. En dan kan diegene er daarna een nieuwe slinger aan geven, op zijn of haar manier. Ik wil gewoon dat alles lekker doorgaat.
Zien we jou over een tijdje als pensionado voor de klas?
Tsja, wie weet! Mijn 5 kleinkinderen zitten allemaal op een Prisma school en ik ben al gevraagd om af en toe in te vallen, ha ha. Ik denk er heus wel eens over na. Ik ga ook zeker niet zeven dagen per week achter de geraniums zitten. Nu krijg ik van iedereen het advies om eerst even helemaal niks te doen. Dus dat ga ik ook doen. Het is niet de bedoeling dat mijn agenda meteen overvol zit, behalve op zondag. Maar, ik ga me zeker nog met de wedstrijd bemoeien. Daarvoor is het spelletje veel te leuk!”