Wat is ADHD/ADD
ADHD is een aangeboren en erfelijke afwijking van kleine onderdelen van de hersenen.
Personen met ADHD kunnen zich moeilijk concentreren, zijn overmatig energiek, raken snel afgeleid, maken ondoordacht beslissingen en gaan (te) snel over tot actie.
ADHD zonder hyperactiviteit wordt ook wel ADD genoemd.
Leerlingen met ADHD missen veel vaardigheden die nodig zijn in de dagelijkse schoolsituatie. De benodigde vaardigheden ontwikkelen zich bij hen veel langzamer. Docenten moeten zich weten aan te passen aan deze leerlingen, zowel op organisatorisch als op didactisch gebied.
Als docent omgaan met ADHD-leerlingen
Het is belangrijk om te weten dat de kenmerken van ADHD niet per definitie duiden op een diagnose. Er zijn kenmerken van ADHD die ook voorkomen bij personen zonder ADHD.
- Kinderen met ADHD zijn beweeglijk en kunnen heel moeilijk op hun plaats blijven zitten.
- Als ze op hun plek zitten, wriemelen ze nog met allerlei spullen en zitten te wiebelen.
- Het zijn vaak drukke praters en roepen voor hun beurt.
- Deze kinderen dringen zich vaak op in het spel van andere kinderen (verstoren dat dus).
- Ze missen een deel van je instructie, doordat ze hun aandacht er niet lang bij hebben.
- Ze vermijden of hebben een afkeer van taken die langdurige geestelijke inspanning vereisen.
- Vaak hebben ze moeite met automatiseren, door een matig werkgeheugen.
- Ze hebben vaak “ongelukjes”.
- Deze kinderen zijn vaak gauw gefrustreerd als iets niet lukt.
- Ze hebben een slechtere emotieregulatie.
- Deze kinderen reageren vaak primair, doordat ze minder interne spraak hebben.
- Hun innerlijke motivatie om door te werken aan iets, is kleiner dan bij andere kinderen.
- Kinderen met ADHD zijn vaak op zoek naar sterke prikkels (thrillseeking behaviour).
- Deze kinderen hebben moeite met “tijd”. Ze schatten de tijd om iets te doen, vaak te kort.
Er is pas sprake van een ‘stoornis’ als het gedrag ernstige belemmeringen oplevert in het dagelijks leven, waardoor een kind vastloopt.
Als docent kan je enkele algemene tips aanhouden om leerlingen met ADHD te benaderen:
- Vertel wat je verwacht, benoem het gewenste gedrag.
- Geef het kind de ruimte om te bewegen.
- Spreek samen een teken af, waarmee je het kind onopvallend kunt herinneren aan de afspraak.
- Help het kind structuur aanbrengen; maak stappenplannen en verdeel het werk in kleine stapjes.
- Zorg voor een rustige werkplek en leer het kind die plek op te ruimen voordat hij of zij aan een nieuwe taak begint.
- Maak steeds opnieuw afspraken voor vrije situaties, want ze vergeten de afspraken snel.
Samenwerking tussen de betrokkenen
Samenwerking tussen school en ouders is een absolute noodzaak in de ondersteuning van een kind met ADHD. Uit onmacht over de problemen met het kind kunnen ouders en school soms onrealistische verwachtingen van elkaar hebben.
Zowel leerkrachten als de ouders kunnen van een kind met ADHD een rustig en geconcentreerd kind maken. Het is belangrijk zich dat van beide kanten te realiseren.
Het is verstandig aan het begin van het schooljaar een aantal concrete afspraken te maken. Ouders en leerkrachten kunnen hiertoe allebei het initiatief nemen. Eventueel kan een hulpverlener, via de intern begeleider, bemiddelen in het contact met school.
Heeft deze informatie geholpen?
Bedankt voor je feedback.