Hans Smeitink en Babak Monfarred zijn alle twee docent. Hans heeft het zij-instroomtraject afgerond en werkt als docent in het MBO; Babak is dit schooljaar gestart en is docent in het VO. Met hun carrièreswitch dragen zij een steentje bij aan het terugdringen van het lerarentekort. Door hun enthousiaste en praktische instelling zijn zij ware ambassadeurs voor Flevowijs én het vak van docent. Dat weet nu ook demissionair minister van primair en voortgezet onderwijs, Mariëlle Paul.
Hans werkt als docent economie en ondernemerschap op Aeres MBO Almere. Babak is docent wiskunde op het Baken Poort Lyceum. Wat deden zij hiervoor en waarom besloten zij het zij-instroomtraject te gaan doen? “Ik heb 35 jaar in het bedrijfsleven gezeten”, begint Hans. “Ruim twee jaar geleden kon ik als zij-instromer de overstap maken naar het onderwijs. Ik wilde heel graag mijn lesbevoegdheid voor het MBO halen. Ik had bij particuliere instituten wel al les gegeven op MBO-niveau, maar nu ben ik fulltime docent in het reguliere onderwijs. Eind april ben ik geslaagd voor mijn PDG (pedagogisch didactisch getuigschrift).”
Hoe ging dat bij Babak? “Ik ben begonnen met het zij-instroomtraject, omdat het een vereiste is om je bevoegdheid te halen. Niet om een andere reden”, vertelt Babak. “Ik kom uit de marketing advertising software wereld. Ik heb daar als business development manager en commercieel directeur gewerkt. In de coronatijd kwamen vriendjes van mijn zoon thuis en die hielp ik af en toe met hun huiswerk. Voor ik het wist stonden al die moeders bij mij voor de deur of ik hun kinderen bijles wilde geven, ha ha. Dat vond ik leuk om te doen. En dat zette me aan het denken. Misschien wil ik dit wel de rest van mijn leven doen. Het was een goede tijd om de overstap te maken. Via de directie van de basisschool van mijn zoon, kwam ik bij Flevowijs terecht. En zo is het begonnen. Inmiddels sta ik fulltime voor de klas.”
Babak en Hans zijn fantastische ambassadeurs voor Flevowijs én voor het vak van docent. Dat hebben we ons laten vertellen. Waarom, denken zij? “Ik denk, omdat wij allebei een bepaald enthousiasme hebben in het onderwijs”, reageert Hans. “Wat ik gemerkt heb bij Flevowijs is dat ze daar heel erg kijken naar waar iemand tot zijn recht komt. Destijds kwam ik bij Flevowijs om te onderzoeken of het onderwijs wellicht wat voor mij was. Ik heb gesprekken gevoerd met Janneke Dronkers en meteen al, van het begin af aan, zei ze dat, gezien mijn werkervaring in het bedrijfsleven, het MBO perfect bij mij zou passen. Bij Flevowijs zagen ze direct een MBO-docent in mij en dat vond ik een goede zet. De contacten met Flevowijs zijn heel prettig en zij zijn voor mij een katalysator geweest voor een mooie verandering in mijn leven.”
Wat vindt Babak van zijn rol als ambassadeur? Volgens hem heeft dat vooral te maken met het enthousiasme vanuit Flevowijs. “Meteen in het begin vonden zij al dat ik in het VO aan het werk moest gaan, maar ik was een beetje koppig”, lacht Babak. “Ik wilde toch nog even kijken of het PO iets voor me was. Dat werd geregeld! Ik mocht stagelopen, op een basisschool, bij groep 7 en daarna nog bij het Trinitas Gymnasium en het Baken. De energie en het enthousiasme van Janneke (Dronkers) en Angela (Molijn) waren geweldig. Zij hebben me geholpen de juiste keuze te maken. Zij hebben zo ontzettend hun best gedaan. En dat is iets wat ik nu ook terug wil geven. Ik wil dat meerdere mensen ook deze goede ervaring mogen meemaken. Dus als ze me vragen of ik bij een evenement aanwezig wil zijn, dan is het voor mij geen vraag of ik dat wel of niet wil doen. Dat dóe ik gewoon.” Hans sluit zich daar helemaal bij aan. “Dat heeft Babak heel mooi verwoord, over dat enthousiasme en dat teruggeven. De mensen van Flevowijs hebben voor ons heel mooie dingen bereikt. Als we iets terug kunnen doen, dan doen we dat graag. Daarom geef ik bijvoorbeeld informatie op de ‘vraag maar raak’- avonden.”
Samen met andere zij-instroomdocenten uit het hele land werden Hans en Babak uitgenodigd door Mariëlle Paul, minister van PVO (primair en voortgezet onderwijs). Waar hebben ze over gesproken? Babak: “Het ministerie van onderwijs ziet het zij-instroomtraject als een van de belangrijkste pijlers om meer docenten aan te trekken en het probleem van het tekort op te lossen. Ze wilden graag in gesprek met zij-instroomdocenten om te horen hoe het zij-instroomtraject bevallen is en of er nog verbeterpunten zijn. Is dit wel het beloofde land waar ze naar op zoek zijn? Is het zij-instroomtraject dé oplossing voor het docententekort?” “Ja, precies!”, valt Hans in. “Ik denk dat de minister het vooral belangrijk vond om ervaringen te horen uit eerste hand, van zij-instroomdocenten, inmiddels ervaringsdeskundigen.”
Hadden Hans en Babak nog ideeën of suggesties voor de minister als mogelijke oplossing van het docententekort? “Ja, zeker wel”, antwoordt Babak. “Ik heb gezegd dat als ze het zij-instroomtraject zo aantrekkelijk mogelijk willen maken voor iedereen, ook voor mensen uit bijvoorbeeld het zakenleven, ze de drempel zo laag mogelijk moeten maken. Bepaalde verplichte onderdelen van de studie, zoals pedagogiek en lesgeven, kunnen op een andere manier veel beter. Je zou decentraal, bij de school zelf, deze onderdelen van de opleiding kunnen volgen in plaats van steeds weer ’s avonds aanwezig zijn bij verplichte lessen. Je bekwaamheid in een vak zou ook getest kunnen worden aan de hand van een test om te kijken of iemand geschikt is. Op zo’n manier verlaag je de drempel, denk ik. We praten niet over studenten die net van school komen; we hebben het vooral over mensen die een druk leven hebben. De minister gaf aan dat ze hier zeker naar zouden gaan kijken.”
Hans heeft nog een aanvulling. “Het is belangrijk dat je een voorselectie doet en in ieder geval de kandidaten die zich melden voor de zij-instroom een goed en reëel verhaal vertelt. Dat doen ze bij Flevowijs heel netjes en prettig. Zoals ze in mijn geval meteen zeiden: ‘Hans, het MBO is bijna jouw natuurlijke habitat. Het MBO is dé plek waar jij helemaal tot je recht komt.’ Zelf heb ik ook nagedacht over het VO en basisonderwijs, maar de mensen van Flevowijs waren daar meteen heel duidelijk over. ‘Sluit niks uit, maar kijk naar wat het kansrijkste is in jouw situatie’, was hun advies. Ze hebben heel goed doorgevraagd over mijn motivatie waarom ik het onderwijs in wilde. Dat gebeurt bij Flevowijs echt goed en dat is een belangrijke voorwaarde om de juiste mensen aan te trekken voor het onderwijs, wat mij betreft. Ik kan mezelf wel als een Don Quijote het onderwijs in willen parachuteren, maar als ik daar niet geschikt voor ben, heb ik liever dat iemand dat ook echt tegen me zegt.” Babak denkt dat de naam Flevowijs wel is blijven hangen bij de minister. “Zonder daar enige bedoeling achter te hebben, is die naam heel vaak gevallen. Zowel Hans als ik hebben onze eigen ervaringen met Flevowijs gedeeld. Niet omdat het moest, hoor”, lacht hij. “Dat hebben we gedaan, omdat we er echt een goede ervaring mee hebben. En dat mag ook gezegd worden.”
Bij wie gaan Hans en Babak de volgende keer op bezoek, vroegen we hen tot slot. “Volgens mij is er een vorm van regulier contact met een aantal zij-instromers, toch, Babak?”, vraagt Hans. “Dat klopt helemaal! Ze hebben ons gevraagd om in een denktank plaats te nemen”, roept Babak.“ Hans legt uit: “Dat is een soort klankbordgroep om de zij-instromers te blijven volgen en ook na wat langere tijd nog ervaringen te delen. Dat is het idee.“
Het is nog niet bekend of Mariëlle Paul onder het nieuwe kabinet aanblijft; volgens de laatste berichten is zij beoogd staatssecretaris primair en voortgezet onderwijs en emancipatie. De klankbordgroep is een initiatief van het ministerie van onderwijs. “We gaan zien of het idee van een denktank standhoudt. Partijprogramma’s kunnen natuurlijk veranderen”, aldus Babak. “Overigens hebben ze Hans en mij ook nog specifiek gevraagd of wij willen helpen met de aanpak van het probleem van het lerarentekort in Flevoland. Daar is de situatie het meest nijpend van heel Nederland. Volgens mij staat Almere zelfs op de eerste plaats als het gaat om steden met het grootste tekort. Bij wie gaan we de volgende keer op bezoek, vroeg je? Ik zou het niet zo snel weten. Met Hans vond ik het gezellig, dus bij hem wil ik wel op bezoek, ha ha.” Hans sluit af: “Als het gaat over belangrijke personen met impact, dan vond ik het heel fijn dat de minister tijd voor ons had.” “Oh, ik dacht dat je mij bedoelde”, onderbreekt Babak hem. “Even wachten, jouw loftuiting komt later”, roept Hans lachend. “Het was absoluut een hoogtepunt dat Babak er was. Maar dat we door de minister goed gehoord zijn, dat vond ik top. Ja en verder…… Nee, er is niet iemand bij wie ik aan tafel zou willen zitten. Als het maar iemand is die openstaat en een oor heeft voor verbetering in het onderwijs. Dan ben ik al tevreden.” Babak rondt het gesprek af: “Almere is natuurlijk onze thuisbasis. Misschien kunnen we een keer aan tafel met iemand van de gemeenteraad.”