Volop in beweging
Korfbal is Jeroen’s lust en leven. Met zijn club Sparta Zwolle bereikte hij op 17 juni de ereklasse, het hoogste niveau in het korfbal. Ook in zijn werk blijft Jeroen in beweging en is hij steeds op zoek naar nieuwe uitdagingen. Hij startte zeven jaar geleden als vakdocent bewegingsonderwijs, maar staat inmiddels als leerkracht voor de klas. Onlangs slaagde hij voor de PABO, waarmee hij het zij-instroomtraject met succes heeft afgerond. Maar hoe bevalt het meester Jeroen?
Vertel eens wat over jezelf
“Zeven jaar geleden ben ik in het onderwijs gaan werken als gymleerkracht. Ik gaf les op de Ontdekking en op de Columbusschool. Erg leuk om te doen! Ik woon in Zwolle en rij elke dag heen en weer naar Almere. In mijn vrije tijd sport ik graag: hardlopen, fietsen en met name korfbal. Dat is mijn passie. Ik ben dan ook supertrots dat we met Sparta Zwolle komend seizoen in de hoogste klasse mogen spelen.
‘Misschien wilde ik wel wat meer dan gymles geven?’
Was je het zat om gymdocent te zijn? Waarom wilde je als leerkracht verder?
Nee, ik was het zeker niet zat. Ik had het erg naar mijn zin. Maar toen kwam daar opeens Corona! En werd alles anders. De kinderen zaten thuis, dus we konden in die periode geen gym meer geven. En dan heb je opeens veel tijd om na te denken. Misschien wilde ik wel wat meer dan gymles geven? De kinderen die niet thuis konden zijn door het werk van hun ouders, werden op school opgevangen. En dat deden wij, de gymdocenten. Ik kwam erachter dat ik wat anders wilde door het te doen. Ik moest voor de klas staan en toen realiseerde ik me dat ik dat erg leuk vond en dat er meer was dan gymdocent zijn. Tijd voor een switch dus. Vervolgens ben ik in het zij-instroomtraject gestapt.
Geef je nog gymles?
Het eerste jaar combineerde ik mijn werkzaamheden als gymleraar en leerkracht. Ik gaf twee dagen gym, stond twee dagen voor de klas en moest één dag studeren. Na een half jaar vroeg de school me of ik mijn eigen klas wilde. Dat was toen groep 6 en nu groep 7. Ik ben met ze meegegaan en het bevalt me uitstekend om een eigen klas te hebben. Voorlopig geen gymles dus voor mij… Die krijgen ze van een andere docent.
Hoe ziet jouw week eruit?
Best wel druk. Van maandag tot en met donderdag sta ik voor de klas. Dinsdag en donderdagavond heb ik korfbaltraining. En op tijd komen is dan best nog wel een dingetje; het is toch een stukje rijden van Almere naar Zwolle. Maar goed: daar kies ik zelf voor. Vrijdag heb ik tijd voor mijn studie. Zaterdag korfbalwedstrijd. En dan natuurlijk nog mijn lessen voorbereiden en sociale contacten onderhouden. Dat is een beetje mijn standaard planning buiten alle leuke dingen om.
‘Apenkooi in de klas vind ik prima, maar het moet natuurlijk wel een doel hebben.’
Met welk argument zou je anderen enthousiast maken om voor de klas te gaan staan?
Ten eerste moet je het zelf heel leuk vinden om met kinderen aan de slag te gaan. Je moet een band met de kinderen hebben. Ik wist al redelijk wat ik kon verwachten, omdat ik al gymles gaf. Het allerleukste vind ik toch wel dat je je eigen groep hebt. Je voelt je heel erg verantwoordelijk voor alles wat er in je groep gebeurt. Je bent heel belangrijk voor de ontwikkeling van de kinderen. Wat moeten ze leren? Hoe gaan ze om met elkaar en met alle sociale moeilijkheden? Dat is op de basisschool enorm belangrijk. En dat vind ik echt top in mijn werk.
Ben jij zo’n meester die de kinderen regelmatig rondjes laat rennen door de klas? Bewegend leren heet dat, toch?
Het voelt ergens een beetje als een hype, dat bewegend leren. Maar je kan het de kinderen toch ook niet aandoen om van 08.30 tot 15.00 stil te blijven zitten op hun stoel? Dat lukt bij onszelf ook niet. Ik ben absoluut een voorstander van bewegen in de klas, maar dan op zo’n manier dat je er wat aan hebt. Apenkooi in de klas vind ik prima, maar het moet natuurlijk wel een doel hebben. Ik ben echt aan het zoeken en daar een beetje mee aan het klooien. Ik laat de kinderen niet elke dag allerlei activiteiten doen, maar probeer wel regelmatig iets te verzinnen om ze van hun stoel te krijgen. Anders wordt het heel saai voor ze. Soms loopt het helemaal in de soep, maar meestal is het hartstikke leuk. Ik ben zeker geen meester die zegt: hou je mond, doe je werk en ga om 15.00 uur weer naar huis.”
