Interview met Demi
Het verhaal van Demi Vanuit een totaal andere opleiding het onderwijs in.
In dit interview lees je over startende leerkracht Demi. Zij vertelt je meer over hoe ze in het onderwijs terecht is gekomen, hoe een typische werkdag eruit ziet en wat zij geïntresseerden zou adviseren.Wat heb je precies gestudeerd?
“Na de havo wist ik niet goed welke kant ik op wilde. Ik was heel goed in wiskunde, maar docent wilde ik op dat moment echt niet worden. De opties bouwkunde en ICT zijn langsgekomen maar dat bleek ook echt niets voor mij.
Via een open dag kwam ik uit op de opleiding Sportmanagement en Ondernemen in Amsterdam. Dat is een hele brede opleiding die zich vooral richt op de management kant van de sport. Je sport hier maar krijgt ook theoretische vakken met getallen. Je krijgt bijvoorbeeld marketing, financieel management, sport en recht en economie.
Tijdens mijn bachelor kwam ik erachter dat je met deze studie en vooral de richting die ik leuk vond vooral kantoorbanen zou kunnen doen. Dat is echt niet aan mij besteed, daar ben ik veel te druk voor.”
Hoe ben uiteindelijk werkzaam in het onderwijs geworden?
“Omdat financieel management mij heel goed lag, huurde de opleiding mij in om aan andere studenten bijles te geven. Dat vond ik heel erg leuk, het gaf mij veel voldoening te merken dat studenten snel aanhaakten op mijn uitleg.
En toen was daar de dag dat de docent Financieel Management mij vroeg zijn lessen tijdelijk over te nemen. Voordat ik het wist stond ik ineens – 21 jaar oud – op het hbo-les te geven aan studenten die ouder waren dan ik. Dat was heel spannend, maar ook zo leuk dat ik besloot om de minor onderwijs te gaan doen.”
Toen ik voor het eerst op De Meergronden (school) kwam werd ik heel fijn opgevangen. Het voelde als een warm bad.
“Welk vak ik wilde gaan geven was geen moeilijke beslissing want zo kon ik eindelijk echt iets met mijn liefde voor wiskunde doen. Op De Meergronden mocht ik stage gaan lopen en ben nooit meer weggegaan. Je kunt dus zeggen dat ik echt in het vak ben gerold.”
Hoe is het op de school waar je nu werkt?
“Toen ik voor het eerst op De Meergronden kwam werd ik heel fijn opgevangen. Het voelde als een warm bad. We kunnen als team op elkaar bouwen als er iets is en bij de teamleider staat de deur altijd open. Ook zijn er doorgroeimogelijkheden genoeg.
Ik ben nu al bezig met andere taken. Naast docent ben ik voor de vierde keer mentor van een onderbouwklas. Ook participeer ik sinds vorig jaar in het ASG-innovatie-lab waarbij ik mee denk over het uitvoeren van nieuwe onderwijsconcepten.
In dit innovatie-lab denk ik mee bij het vormgeven van een digitaal concept waarin leerlingen automatisch werken op hun eigen niveau. Onze school staat voor een grote onderwijsvernieuwing, passend bij een nieuw schoolgebouw dat naar verwachting wordt opgeleverd in Augustus 2025. De koppeling met innovatie en technologische ontwikkeling is daarbij noodzakelijk.”
Heb je het idee dat je eerdere studie van pas komt?
“Spijt heb ik niet van de bachelor sport, management en ondernemen. Ik heb hier vaardigheden geleerd waar ik nu nog steeds heel veel aan heb. Mijn passie voor sport helpt mij in het vormen van een band met bepaalde leerlingen. Naast wiskundedocent ben ik ook mentor.
Als ik goed contact met een leerling heb, ga ik soms kijken bij een van hun sportwedstrijden of doe ik mee met een gymles. Het is ook waardevol om de leerlingen in een andere omgeving, buiten de klas te zien. Ik denk dat je als docent flexibel moet zijn en redelijk sterk in je schoenen moet staan.
Ook werkt een bepaalde empathie erg in je voordeel. Verder was doorzettingsvermogen voor mij erg belangrijk. Vooral in het begin is niet alles leuk of makkelijk. In het begin liep ik tegen het kleine leeftijdsverschil en ordeproblemen aan. Door vooral veel les te geven heb ik mijzelf een aantal vaardigheden eigen gemaakt waardoor lesgeven nu makkelijker gaat.”
Hoe ziet een typische werkdag er voor jou uit?
“Meestal heb ik 5 à 6 lesuren per dag. Naast veel leuke en gezellige momenten in de klas is er op een werkdag ook tijd voor een lastig gesprek met een leerling die het even zwaar heeft.
Wiskunde blijft voor sommige leerlingen echt een ingewikkeld vak, wanneer ze in de klas hard werken is daarom sprake van serene rust in de les. Op dit moment ben ik vooral ‘lesgeef’ meters aan het maken. Voor de toekomst lijkt mij het begeleiden van stagiaires heel leuk. Ook zou ik in de toekomst eventueel een master kunnen doen om richting de bovenbouw havo-vwo door te groeien.
Mogelijkheden genoeg, maar het ligt er ook aan wat je daar zelf mee doet.”
Heb je advies voor degene die werken in het onderwijs overwegen?
“Ik nodig iedereen die twijfelt over dit mooie beroep uit een dagje met mij mee te lopen. Zoek goed uit wat bij jou past. Iedereen is anders als leraar, neem vooral niet te veel over van dingen die je ziet, maar zoek je eigen weg.
Vind je eigen draai, doe het op jouw manier. De leerlingen prikken er zo doorheen als jij je als een ander voordoet. Ja, ik ben heel erg blij met mijn baan. Zo negatief als ik eerst tegen een baan als docent aankeek, zo blij ben ik nu dat ik het ben.
Elke dag is voor mij weer een feestje. Ik sta zoveel als kan lachend voor de klas en minimaal één keer per les wordt wel een grapje gemaakt.”